Dyspraxie als stoornis in de motoriek, is erkend door alle artsen en therapeuten sinds de vorige eeuw, toen Collier het als eerste beschreef. In 1937 verklaarde Dr Samuel Orton dat dyspraxie “één van de zes meest voorkomende ontwikkelingsstoornissen is, die zich onderscheid vanwege de verstoorde ontwikkeling van de motoriek’. Sindsdien is dyspraxie beschreven en heeft vele namen gekregen. Dyspraxie als stoornis kun je dus ook terug vinden als ontwikkelings onhandigheid, sensomotorische stoornissen, motorische volgorde stoornis, en het meest recent, Developmental Coordination Disorder (DCD). De World Health Organisation noemt het een specifieke ontwikkelingsstoornis van de motorische functie. In de loop der jaren zijn professionals steeds meer in staat om te bepalen welke symptomen specifiek zijn voor Dyspraxie en kunnen daardoor de stoornis steeds beter identificeren.
Dyspraxie en andere namen voor sstoornisin de motoriek
In Nieuw-Zeeland is men van mening dat de term ‘Dyspraxie’ slaat op alle problemen binnen het grote bereik van verwerkingsmoeilijkheden die onze kinderen kunnen hebben. Kinderen met dyspraxie vertonen gebreken in de meeste gebieden van ontwikkeling, maar vooral hebben ze problemen met de motoriek.
Daarom geven we dan ook de voorkeur aan Dyspraxie boven alle andere namen van deze stoornis. Het maakt ook niet echt uit hoe deze afwijking heet. Veel belangrijker is hoe de omgeving reageert op een kind met dyspraxie en het begrip en de hulp van de mensen om hem / haar heen. Want hoe het ook wordt genoemd, Developmental Dyspraxie zorgt voor een grote verstoring in de levens van hen die het treft en van de families en de wereld om hen heen.
Developmental Dyspraxie (ook bekend als Developmental Coördinatie stoornis, en het onhandig kind syndroom) is een neurologisch gebaseerde stoornis van de processen die betrokken zijn bij de motoriek, beter bekend als de planning van de beweging tot een vooraf bepaald idee of doel. Het verwerven van nieuwe vaardigheden zijn normaal gesproken geankerd in de uitvoering van de reeds geleerde bewegingen, er is namelijk sprake van een motorisch geheugen. Bij kinderen met Dyspraxie is dat vaak niet het geval.
Hoe herken je dyspraxie?
Bij Dyspraxi gaat het om een aandoening van de praxis, of het proces van ideevorming (het vormen van een idee van het gebruik van een bekende beweging om een geplande doel te bereiken), motorische planning (planning van de actie die nodig is om het idee te realiseren) en uitvoering (het uitvoeren van de geplande beweging).
Het is daarom niet verwonderlijk dat Dyspraxie invloed kan hebben op niet alleen één, maar op alle gebieden van de ontwikkeling; zowel de fysieke, intellectuele, emotionele, sociale, taal, en sensorische ontwikkeling waardoor deze aandoening het normale proces van het leren kan belemmeren. Daarmee is dyspraxie dus ook een leerprobleem. Het is geen unitaire stoornis (zoals mazelen of waterpokken, waarbij de ziekte zich altijd uit door een gemeenschappelijke set van symptomen), en heeft invloed op elke persoon op verschillende manieren, op verschillende leeftijden en stadia van ontwikkeling, en in verschillende mate. Het is bovendien inconsistent, omdat het de ene dag wèl invloed kan hebben op het kind, maar niet de volgende – alsof soms informatie is ‘opgeborgen in de verkeerde lade’ – en het kan kinderen op verschillende manieren beïnvloeden bij verschillende leeftijden en ontwikkelingsstadia.
Het is een verborgen handicap omdat onder normale omstandigheden, kinderen met dyspraxie eigenlijk niet verschillen van hun leeftijdgenoten, totdat ze iets nieuws moeten leren of bekende vaardigheden in een andere context moeten worden uitgevoerd. Veel kinderen met dyspraxie blijken ook last te hebben van symptomen van andere neurologische aandoeningen, zodat de vaststelling van gemeenschappelijke symptomen verwarrend kan zijn.
Een diagnose, ofwel het benoemen van de aandoening, is vaak erg moeilijk, en soms blijft het bij ’toont enkele dyspraxie tendensen’. In Nieuw-Zeeland, naar aanleiding van een grote internationale, multi-disciplinaire conferentie over Dyspraxie die hier gehouden is in 1997, is het gemakkelijker geworden voor ouders om een professional te vinden die de juiste diagnose kan stellen.