De oorzaken van een aantal gedragsproblemen zijn nog onbekend maar de risicofactoren zijn al wel in kaart gebracht:
- Geslacht: jongens hebben veel meer kans dan meisjes om te lijden aan gedragsstoornissen. Het is onduidelijk of de oorzaak is genetische of gekoppeld aan socialisatie ervaringen.
- Dracht en geboorte: moeilijke zwangerschappen, vroeggeboorte en een laag geboortegewicht kan later in het leven in sommige gevallen bijdragen aan probleemgedrag van het kind.
- Temperament: temperamentvolle of agressieve kinderen vanaf jonge leeftijd hebben meer kans om gedragsstoornissen later in het leven ontwikkelen.
- Gezinsleven: gedragsstoornissen zijn waarschijnlijker bij probleemgezinnen. Bijvoorbeeld, een kind is met een verhoogd risico in gezinnen waar huiselijk geweld, armoede, slechte opvoedingsvaardigheden of drugsmisbruik zijn een probleem.
- Leerproblemen: problemen met lezen en schrijven worden vaak geassocieerd met gedragsproblemen.
- Intellectuele handicap: kinderen met een verstandelijke beperking zijn twee keer zoveel kans op gedragsstoornissen hebben.
- Ontwikkeling van de hersenen: studies hebben aangetoond dat gebieden van de hersenen die aandacht lijken minder actief in kinderen met ADHD.
Gedragsstoornissen zijn ingewikkeld en kunnen ontwikkeld worden door verschillende factoren. Zo kunnen bijvoorbeeld, kinderen met gedrag van CD vertoont ook ADHD, angst, depressie, en een moeilijke leven thuis hebben.
Methoden om de diagnose te stellen kunnen zijn:
- Diagnose door een gespecialiseerde dienst, die kunnen bestaan uit een psychiater kinderarts, psycholoog of een kind.
- Diepte-interviews met de ouders, kind en leerkrachten.
- Gedrag checklists of gestandaardiseerde vragenlijsten.