School speelt een belangrijke rol bij de ontwikkeling van een kind met autisme.
Sinds autisme als afwijking is geïdentificeerd zijn er verschillende behandelingen ontwikkeld. Sommige therapeutische programma’s richten zich op het ontwikkelen van vaardigheden en het vervangen van disfunctioneel gedrag door meer passend gedrag. Andere methoden richten zich op het creëren van een stimulerende leeromgeving, afgestemd op de unieke behoeften van kinderen met autisme.
Onderzoekers zijn gestart met het identificeren van factoren die effectief blijken in het verminderen-of omkeren- van de beperkingen, opgelegd door autisme . Behandelprogramma’s die voortbouwen op de belangen van het kind, een voorspelbaar schema bieden, taken opdelen in een reeks van eenvoudige stappen, die aandacht hebben voor het kind wanneer deze zeer gestructureerde activiteiten moet verrichten, en die regelmatig het goede gedrag versterken, lijken de grootste winst te produceren.
Betrokkenheid van de ouders is ook naar voren gekomen als een belangrijke factor in een succesvolle behandeling. Ouders werken samen met leraren en therapeuten om het gedrag te veranderen en de vaardigheden om te leren te identificeren. Erkend wordt dat de ouders de eerste leraren van het kind zijn, zodat steeds meer programma’s zich richten op training van de ouders beginnen zodat deze de therapie thuis voort kunnen zetten. Uit onderzoek komt inmiddels naar voren dat goed opgeleide ouders minstens net zo effectief zijn als professionele docenten en therapeuten.
Professionals hebben geconstateerd dat veel kinderen met autisme het beste leren in een omgeving die is afgestemd op hun vaardigheden en interesses, maar ook rekening houdt met hun speciale behoeften. Programma’s waarbij een ontwikkelingsgerichte aanpak zorgt voor consistentie en structuur, samen met passende niveaus van stimulatie. Bijvoorbeeld, een voorspelbaar schema van activiteiten voor elke dag, helpt kinderen met autisme om hun ervaringen te plannen en te organiseren. Het klaslokaal heeft voor elke activiteit een apart gebied, dit helpt leerlingen om te weten wat van ze verwacht wordt.
Voor mensen met zintuiglijke problemen, kunnen vormen van stimulatie vooral nuttig zijn. Op de kleuterschool begint een typische sessie met een lichamelijke activiteit die helpt met het ontwikkelen van balans, coördinatie en lichaamsbewustzijn. Daarnaast kunnen kinderen kralen rijgen, samen puzzelstukken in elkaar zetten, schilderen en deelnemen aan andere gestructureerde activiteiten. In de pauze stimuleert de leraar stimuleert sociale interactie en taalgebruik, bijvoorbeeld hoe een kind om meer drinken kan vragen. Later, stimuleert de leraar creatief spel door de kinderen te vragen om te doen alsof ze een trein zijn. Zoals in elke klas, leren de kinderen vooral door te doen.
Hoewel hogere-functionerende kinderen in staat zijn om wetenschappelijk werk af te handelen, hebben ook zij hulp nodig om deze taak te organiseren en afleiding te voorkomen. Een student met autisme kan aan dezelfde opdrachten werken als zijn/haar klasgenoten. Alleen het heeft iets meer instructies nodig dan zijn klasgenoten. Maar in plaats van dat het een aantal pagina’s moet bestuderen, geeft de leraar telkens concreet aan welke pagina op welk moment het moet lezen of maakt een lijst van specifieke taken die moeten worden afgevinkt als de taak klaar is.